05/11/2024

De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent heeft verschillende beklaagden veroordeeld wegens onder andere illegale vogelvangst, inbreuken op het dierenwelzijn of sluikstorten. Verschillende feiten kwamen aan het licht na onderzoek van Natuurinspecteurs van het Agentschap Natuur en Bos, de Dienst Dierenwelzijn en/of na anonieme tips van burgers. De 10 zaken werden telkens apart gevonnist.

Vonnis 1 - vogelvangst

Een eerste beklaagde werd vervolgd wegens:

  • het vangen, vervoeren, doden en invriezen van 115 spreeuwen
  • het bezit van 3 vangnetten met ijzeren staven, een gewoon vangnet, 3 ijzeren baren met net en 2 ijzeren baren zonder net

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden met uitstel voor een termijn van 3 jaar, en een boete van 4.000 euro, waarvan 2.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar. Aan vzw Vogelbescherming Vlaanderen moet de beklaagde een schadevergoeding van 2.250 euro en een rechtsplegingvergoeding van 600 euro betalen.

Vonnis 2 - vogelvangst

Een tweede beklaagde werd vervolgd wegens:

  • het vangen van 15.487 spreeuwen waarbij lokvogels werden gebruikt, en het verhandelen van een deel ervan
  • het bezit van 8 vogelvangstnetten, 13 slagnetten, een tunnelnet en een vangkooi
  • het gebruik maken van lokvogels

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden en een boete van 8.000 euro, beiden met uitstel voor een termijn van 3 jaar. Een bedrag van 3.500 euro werd verbeurd verklaard.

Vonnis 3 – inbreuken jachtwetgeving

In een andere zaak moest een man zich verantwoorden voor het houden van 64 niet-geringde fazanten en 1 niet-geringde opgezette buizerd. Hij kweekte deze fazanten om hen tijdens het jachtseizoen in zijn jachtrivier vrij te laten. 61 jonge fazanten werden gedood en de buizerd werd in beslag genomen. De beklaagde werd in het verleden reeds tweemaal administratief beboet voor gelijkaardige feiten.

De rechtbank verwees in haar vonnis naar het feit dat de jacht gebonden is aan strenge regels die gericht zijn op het verstandig aanwenden van wildsoorten en hun leefgebieden. Voor elke categorie, soort, type of geslacht van wild en voor elke jacht- en bestrijdingswijze zijn regels vastgesteld. Door het niet naleven van deze regels verstoort men een goed wildbeheer en natuurbehoud en komt het ecologisch evenwicht in het gedrang.

De beklaagde werd veroordeeld tot een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar. Aan vzw Vogelbescherming Vlaanderen moet de beklaagde een schadevergoeding van 2.750 euro en een rechtsplegingvergoeding van 975 euro betalen.

Vonnis 4 – dierenverwaarlozing

Een vrouwelijke beklaagde moest zich verantwoorden voor het onthouden van aangepaste voeding, verzorging of huisvesting van dieren. Concreet had zij een konijn minstens een hele dag in de volle zon achtergelaten in een kooi zonder voldoende eten en drinken, waardoor het dier is omgekomen.

Aan de beklaagde werd een minnelijke schikking voorgesteld. Omdat de beklaagde deze niet heeft betaald werd ze strafrechtelijk gedagvaard.

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 maand met uitstel voor een termijn van 3 jaar, en een boete van 1.600 euro waarvan 800 euro met uitstel gedurende 3 jaar (bij niet-betaling van de boete binnen de wettelijke termijn wordt deze vervangen door een gevangenisstraf van 2 maanden).

De rechtbank gaf het signaal dat de beklaagde moet beseffen dat zij een verantwoordelijkheid draagt om voor het welzijn van gehouden dieren te zorgen, en dat zij deze met respect moet behandelen.

Vonnis 5 – dierenverwaarlozing

Een vader en zijn zoon moesten zich verantwoorden voor diverse feiten:

  • Het onthouden van aangepaste voeding, verzorging of huisvesting van dieren. Concreet werden de hoeven van de ezels niet verzorgd, werd er voor de ezels en paarden geen proper drinkwater voorzien en hadden de paarden geen beschutting tegen de zon.
  • Registratie van paardachtigen: de registratie van de paarden en ezels was niet aangepast aan de werkelijke eigenaars.
  • Verbod op het houden van dieren: het bezit van paarden en ezels, ondanks een levenslang verbod (dat aan beide beklaagden werd opgelegd bij vonnis van 23/10/2021 door de correctionele rechtbank van Oudenaarde). Zij bevonden zich hierdoor in staat van bijzondere herhaling (aangezien het nieuwe misdrijf gepleegd werd binnen een periode van 5 jaar na die veroordeling).

De eerste beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar en een geldboete van 28.000 euro. De tweede beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden met uitstel voor een termijn van 5 jaar en een geldboete van 16.000 euro.

Beide beklaagden kregen opnieuw een definitief verbod tot het houden van dieren.

Bij de strafmaat hield de rechtbank rekening met het bijzonder ongunstig strafverleden van de twee beklaagden. Zij werden beiden reeds meermaals veroordeeld wegens inbreuken op de dierenwelzijnswet en dierengezondheid. De beide beklaagden bevinden zich ook in staat van bijzondere herhaling.

Vonnis 6 – dierenverwaarlozing

Een beklaagde moest zich voor de rechtbank verantwoorden voor:

  • onwettige uitoefening diergeneeskunde, met name het toedienen van vaccins aan paarden die uitsluitend door een dierenarts mogen worden toegediend.
  • onthouden van aangepaste voeding, verzorging of huisvesting van dieren. Concreet was er onvoldoende voedsel en water en een gebrekkige medische opvolging voor een hoogdrachtige merrie, twee pony’s en een hengst. De dieren beschikten ook niet over een comfortabel, proper en droog ligbed. Zowel op de weide, op de piste als in de stallen lagen materialen waaraan de dieren zich konden kwetsen. Op de piste lag bovendien snoeiafval van taxus, uitermate giftig voor paarden.
  • registratie paardachtigen: verschillende dieren waren niet geregistreerd in de Belgische databank BCP of beschikten niet over een paspoort.
  • registratie schapen, geiten en hertachtigen: verschillende dieren waren niet geregistreerd.

Bij een nieuwe controle werd vastgesteld dat er nauwelijks iets veranderd was. In overleg met de dienst Dierenwelzijn werden de hengst en hoogdrachtige merrie in beslag genomen.

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maand met uitstel voor een termijn van 3 jaar en een boete van 6.000 euro.

Vonnis 7 – dierenverwaarlozing

Op 27 december 2022 moest de politie - in het kader van een ander opsporingsonderzoek - bijstand verlenen aan het OCMW in de noodopvang te Buggenhout. In de kamer van de beklaagde werd een hond van het ras Mechelse herder aangetroffen. Het dier van vier jaar oud was zeer mager. Het dier stond onder enorme stress omdat de beklaagde op hem aan het schelden was. De hond werd in beslag genomen en uiteindelijk aan een dierenasiel toevertrouwd.

De beklaagde moest zich voor de rechtbank verantwoorden voor het onthouden van aangepaste voeding, verzorging of huisvesting van dieren. Hij werd veroordeeld tot een geldboete van 2.400 euro, waarvan 800 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar.

Vonnis 8 – dierenwelzijn

Een man moest voor de rechtbank verschijnen wegens het schenden van de vergunningsplicht. Hij hield in zijn hondenkwekerij een 30-tal volwassen honden, maar beschikte niet over de vereiste milieuvergunning. Ondanks meerdere waarschuwingen van de politie en de gemeente Zele vroeg de beklaagde over een tijdspanne van 2 jaar nooit een vergunning aan.

De beklaagde werd veroordeeld tot een geldboete van 6.000 euro, waarvan 2.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar.

Vonnis 9 - sluikstorten

Vijf zussen stonden terecht voor het opzettelijk achterlaten van afvalstoffen. Als mede-eigenaars van een perceel grond dat ruimtelijk in agrarisch gebied lag, hadden zij daarop een grote hoeveelheid gemengd bouwafval (in totaal 14.080 kilogram) onbeheerd achtergelaten (steenpuin, restanten van elektrische leidingen, plastieken bidons en losse plastic). Ondanks meerdere aanmaningen door de stad Lokeren en de politie van Lokeren duurde het meerdere jaren alvorens het perceel werd opgeruimd.

Omwille van het gunstig strafverleden van elke beklaagde en de vaststelling dat zij uiteindelijk het nodige hebben gedaan om de natuur integraal te herstellen, heeft de rechtbank de uitspraak van de veroordeling opgeschort met een proeftijd van 3 jaar.

Vonnis 10 - sluikstorten

Een man moest zich verantwoorden voor het meermaals achter laten van afval (onder andere verschillende afvalzakken met restafval, een grote witte zak met speelgoed, stoelen,…) op de parking van een voetbalcentrum in Sint-Niklaas. De man kwam niet opdagen in de rechtbank, waar hij werd veroordeeld tot een geldboete van 2.000 euro waarvan de helft met uitstel voor een termijn van drie jaar.

Motivering rechtbank

Naast het grote gebrek aan groene ruimte vormen stropen, het doden van vogels of illegale vogelvangst een ernstige bedreiging voor het vogelbestand in Vlaanderen. Vogelvangst kan het ecologisch evenwicht en de biodiversiteit in gevaar brengen. De laatste jaren is de vogelpopulatie in Vlaanderen sterk gedaald en zijn diverse beschermde vogelsoorten verdwenen. De rechtbank van eerste aanleg in Gent tilde daarom zwaar aan diverse feiten, welke ze beschouwt als ernstige criminele daden.

De rechtbank wou ook een signaal geven rond dierenwelzijn. Mensen moeten beseffen dat zij verantwoordelijk zijn voor het welzijn van de dieren die zij houden. Dieren moeten met respect worden behandeld. De gemeenschap namelijk draagt grote lasten voor de bewaking van de dierengezondheid, voedselveiligheid en volksgezondheid.

Tenslotte wees de rechtbank ook op het gebrek aan respect voor de geldende normen en waarden inzake het beheer en verwijderen van afval. Wie op een onverantwoorde manier afval beheert, vormt immers een gevaar voor mens en milieu.