Ex-sluismeester veroordeeld voor het onrechtmatig binnendringen in sluisgebouwen van de haven en het vernielen van een toegangsdeur

17/10/2024

De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge heeft een man veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf met uitstel voor een termijn van 3 jaar. De beklaagde had zich onrechtmatig toegang verschaft tot sluizengebouwen en er sabotagedaden gepleegd, terwijl hij ook een toegangsdeur had vernield.

Feiten

Op 20 juni 2022 kreeg de politie om 02.06u een oproep van de sluiswachter van ‘De Nieuwe Polder van Blankenberge’, een polderbestuur dat de waterlopen in het gebied Zeebrugge-Bredene-Brugge beheert. De sluismeester meldde dat er op zes locaties onder hun beheer sabotage was gepleegd. Zo waren bijvoorbeeld bepaalde stuwen en sluizen opengezet, waardoor sommige stroomgebieden begonnen leeg te lopen. Als deze sabotagedaden niet tijdig waren ontdekt, bestond volgens de sluismeester het gevaar dat bij de hoogwaterstand van de Noordzee (om 7u ’s ochtends) de totale landoppervlakte tussen Zeebrugge, Bredene en Brugge tot een hoogte van twee meter onder water zou komen te staan.

Vijf dienstgebouwen – waar de bedieningspanelen van de sluizen, stuwen en pompen zich bevinden – waren kennelijk betreden via een sleutel. Op één locatie werd het dienstgebouw betreden door braak van de toegangsdeur.

Tenlasteleggingen

De beklaagde moest zich voor de rechtbank verantwoorden voor:

  • vervalsing van sleutels (met name de sleutels van de sluis- en pompgebouwen);
  • poging gehele of gedeeltelijke vernieling van sluizen, stuwen, pompen of de bijhorende gebouwen;
  • zich onrechtmatig toegang verschaffen tot informaticasystemen;
  • onrechtmatig binnendringen in een haven (met name de sluisgebouwen van de Zeebrugse haven);
  • vernielen van afsluitingen (met name de toegangsdeur van een pomp)

De feiten werden betwist.

Beslissing

De rechtbank achtte het uit de samenlezing van de volgende verschillende elementen bewezen dat het de beklaagde was die de installaties gesaboteerd heeft:

  • De installaties in de dienstgebouwen zijn bijzonder complex. Een grondige kennis was noodzakelijk om de installaties te kunnen bedienen of saboteren. Hierdoor is het aantal potentiële daders uitermate beperkt.
  • De beklaagde was tot enkele maanden voordien zelf sluismeester.
  • Uit onderzoek via camera’s met nummerplaatherkenning bleek dat de beklaagde effectief op bepaalde tijdstippen en locaties aan de diverse sluisgebouwen aanwezig was. Deze gegevens kwamen bovendien grotendeels overeen met de periode waarin de sabotagedaden werden gepleegd.
  • In diverse verhoren legde de beklaagde verschillende verklaringen af. Door zijn vele gewijzigde verklaringen heeft de beklaagde voor de rechtbank alle geloofwaardigheid verloren.

De correctionele rechtbank heeft de beklaagde (onder meer rekening houdend met zijn gunstig strafverleden) veroordeeld voor het vernielen van een toegangsdeur en het binnendringen in de haven. Hij krijgt een gevangenisstraf van 6 maanden met uitstel voor een termijn van 3 jaar opgelegd. Aan de burgerlijke partij moet de beklaagde een schadevergoeding van 1 024,68 euro en een rechtsplegingvergoeding van 600 euro betalen.

De beklaagde werd vrijgesproken wegens vervalsing, poging gehele of gedeeltelijke vernieling  van sluizen, stuwen, pompen en de bijhorende gebouwen en het zich onterecht toegang verschaffen tot informaticasystemen, omdat:

  • de beklaagde toe gaf dat hij nog twee kopieën van sleutels in zijn bezit had, maar uit het onderzoek niet blijkt dat deze kopieën op bedrieglijke wijze werden nagemaakt;
  • niet of minstens onvoldoende blijkt dat indien er niet tijdig ingegrepen was, de sabotages naast een ongewenst hoge waterstand ook de gehele of gedeeltelijke vernieling van sluizen, stuwen, pompen en de bijhorende gebouwen tot gevolg zouden hebben;
  • het systeem dat de sluizen, pompen en sluizen aanstuurt, niet als informaticasysteem kan worden beschouwd.